Brigitte Raskin studeert af als historica aan de Leuvense universiteit, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Vlaamse beweging en met een scriptie over het Davidsfonds. Als jobstudente werkt ze op de Brusselse redactie van de krant De Nieuwe Gids en in 1971 wordt ze beroepsjournalist voor het progressieve weekblad de nieuwe. Daar stapt ze op in 1975 om in het onderwijs te gaan als lerares geschiedenis. Brigitte blijft overigens freelance journalistiek actief, onder andere als hoofdredacteur van het progressieve tijdschrift de nieuwe maand en als columniste Brelle in het satirische weekblad De Zwijger van Johan Anthierens. Hij loodst haar in 1984 binnen in Namen Noemen, een spelprogramma op de Vlaamse televisie. In 1988 verschijnt bij Kritak haar literair debuut Het Koekoeksjong, het levensverhaal van een Antwerps hoerenkind. Het boek wordt in mei 1989 bekroond met de Nederlandse AKO-Literatuurprijs. Door dit succes aangemoedigd, verlaat Brigitte het onderwijs en wordt ze fulltime schrijfster. Schrijven is voor Brigitte dan ook spoorzoeken, in China voor haar familie-epos De eeuw van de ekster, in Indonesië voor Radja Tanja, in Denemarken voor Hartenheer.
Sinds de zomer van 2017 is Brigitte Raskin 70 plus. De kinderen zijn lang het huis uit, maar ze volgt hen gretig in de werelden van kunstgeschiedenis, muziek en journalistiek waarin zij terechtgekomen zijn. Zelf blijft ze met haar geschreven en gesproken woord meedraaien in de culturele wereld, is ze reisleider en bij gelegenheid jurylid of inleider - kortom, leest, reist en schrijft ze als vanouds.